Albert Baantjer - De Cock en de blijde Bacchus

Тут можно читать онлайн Albert Baantjer - De Cock en de blijde Bacchus - бесплатно полную версию книги (целиком) без сокращений. Жанр: Детектив, издательство De Fontein, год 2001. Здесь Вы можете читать полную версию (весь текст) онлайн без регистрации и SMS на сайте лучшей интернет библиотеки ЛибКинг или прочесть краткое содержание (суть), предисловие и аннотацию. Так же сможете купить и скачать торрент в электронном формате fb2, найти и слушать аудиокнигу на русском языке или узнать сколько частей в серии и всего страниц в публикации. Читателям доступно смотреть обложку, картинки, описание и отзывы (комментарии) о произведении.
  • Название:
    De Cock en de blijde Bacchus
  • Автор:
  • Жанр:
  • Издательство:
    De Fontein
  • Год:
    2001
  • ISBN:
    9789026116308
  • Рейтинг:
    4/5. Голосов: 81
  • Избранное:
    Добавить в избранное
  • Отзывы:
  • Ваша оценка:
    • 80
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • 5

Albert Baantjer - De Cock en de blijde Bacchus краткое содержание

De Cock en de blijde Bacchus - описание и краткое содержание, автор Albert Baantjer, читайте бесплатно онлайн на сайте электронной библиотеки LibKing.Ru

Een jongeman meldt zich bij het bureau Warmoesstraat omdat hij zich ongerust maakt over zijn oudoom die opeens niets meer van zich laat horen.

De Cock en de blijde Bacchus - читать онлайн бесплатно полную версию (весь текст целиком)

De Cock en de blijde Bacchus - читать книгу онлайн бесплатно, автор Albert Baantjer
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De adem van De Cock stokte. Een moment ook was de grijze speurder niet tot actie in staat. Toen wurmde hij zich duwend met zijn ellebogen uit de kring en draafde achter de belangstellenden om naar de plek waar hij dat gezicht had gezien. Hij kwam te laat. Toen hij de bewuste plek had bereikt, zag hij ruim dertig meter voor zich uit een man met wapperende jaspanden over het grindpad rennen.

De Cock in draf was een komisch gezicht. Na een stuntelig sprintje gaf de oude rechercheur de achtervolging op. Zwaar hijgend liet hij zich op een bankje onder een treurwilg zakken en schoof de bovenste knoop van zijn overhemd los. Vledder liep met een rood hoofd op hem toe.

’Wat… wat,’ stamelde hij, ben je allemaal aan het doen. Je verstoort de hele plechtigheid.’

De Cock gebaarde.

’Ik zat achter een man aan.’

’Wat voor een man?’

’Petrus de Groot.’

Vledder reageerde verrast.

’Big Pete… we hebben hem pas voorgeleid. Is hij alweer vrij?’

De Cock grijnsde.

’Zo gaat dat,’ reageerde hij grimmig, ’in dit soms van elk recht verstoten land.’

’Wat moest onze Big Pete op de begrafenis van Herbert van Harrecoven?’

De Cock kwam steunend van zijn bankje overeind. ’En waarom nam hij de benen toen hij mij zag?’

11

De Cock zwiepte zijn oude hoedje met een gelukkige worp naar de kapstok, gleed uit zijn regenjas en liet zich in de stoel achter zijn bureau zakken. Hij keek naar Vledder, die het toetsenbord van zijn computer naar zich toe trok.

’Ik ben toch blij,’ sprak hij met genoegdoening, ’dat ik naar de begrafenis van oom Herbert van Harrecoven ben gegaan.’ Vledder leunde over zijn toetsenbord heen.

’Hoezo… zijn we wat wijzer geworden?’

’Heb je in de aula de verwijderingen gezien? Frank Blankenberg zat ver van zijn stiefmoeder vandaan en tussen de neven Ferdinand en Felix gaapte ook een gat.’

De Cock gniffelde.

’En dan de plotselinge verschijning van Petrus de Groot aan de rand van het graf.’

Vledder wees naar de telefoon.

’Zal ik die officier van justitie eens bellen en vragen waarom hij Big Pete heeft heengezonden? Het is toch van de zotte. Hoeveel manuren hebben wij eraan besteed om die keten van fraudes gesloten te krijgen… hoeveel mensen heeft die vent opgelicht?’ De Cock maakte een grimas en schudde zijn hoofd. ’Ik heb,’ antwoordde hij kalm, ’in een lang proces geleerd om te berusten in de vreemde beslissingen van rechters en officieren van justitie. Ik probeer mijn werk als rechercheur zo goed mogelijk te doen. Dat is mijn verantwoordelijkheid. Het is hun verantwoordelijkheid als zij door grove blunders een geheide strafzaak verprutsen.’

Vledder grinnikte droog.

’Daar word je toch niet goed van?’ verzuchtte hij. ’Moeten we er gewoon op wachten tot Big Pete opnieuw een reeks mensen bezwendelt?’

De Cock glimlachte.

’Het is een oud gegeven… de grootste frustratie van de politie ligt bij justitie. Maar ik ben niet van plan om gefrustreerd te raken. Absoluut niet. Ik heb er geen trek in om door mijn werk gestrest thuis te zitten. Ik bezit mijn ziel in lijdzaamheid.’ Vledder trok zijn neus op.

’Jij bezit wat?’

De Cock reageerde verrast.

’Ken je die uitdrukking niet?’

’Nee.’

’Een kreet van mijn oude moeder… bezit je ziel in lijdzaamheid. Zie de zaken om je heen gelaten aan zonder je erover op te winden.’

’Maar ik kan dat niet,’ riep Vledder opgewonden. ’Ik heb daar echt moeite mee. Ik heb soms het gevoel dat ik voor niets werk… dat alles wat ik hier bij de recherche doe, volkomen zinloos is.’ De Cock lachte.

’Dat is het niet. Blijf in jezelf geloven. Als bij de dames en heren van justitie en de rechterlijke macht de muts van de tolerantie over hun oren en ogen is gezakt… zodat ze horende doof en ziende blind zijn geworden… dan dwalen zij en niet wij.’ Hij spreidde zijn armen in een weids gebaar.

’Laten we ons liever afvragen waarom Petrus de Groot de begrafenis van Herbert van Harrecoven bijwoonde. Bestond er een relatie tussen hem en het slachtoffer? Wat waren de raakpunten?’ Vledder bromde.

’Dat kunnen we hem toch vragen?’

De Cock gniffelde.

’Ik denk niet dat je hem thuis treft. Of dat hij de telefoon opneemt.’

’Kunnen we hem niet op de telex zetten?’

De Cock keek hem verwonderd aan.

’Met een verzoek tot opsporing?’

’Dat bedoel ik.’

De Cock schudde zijn hoofd.

’Dat gaat niet. We beschikken niet over nieuwe feiten en voor de moord op Herbert van Harrecoven heeft hij een perfect alibi… in afwachting van zijn voorgeleiding zat hij bij ons beneden in de cel.’ Vledder snoof.

’Maar ten tijde van de moord op Petrus Blankenberg liep hij vermoedelijk al frank en vrij rond.’

De Cock zuchtte diep.

’Je moet in je denkpatronen die twee moorden niet van elkaar loskoppelen. Als Petrus de Groot niet verantwoordelijk is voor de dood van Herbert van Harrecoven, dan heeft hij ook niets te maken met de moord op Petrus Blankenberg.’

’Ben je daar zo zeker van?’

De Cock knikte nadrukkelijk.

’Absoluut. We moeten ons onderzoek richten naar een dader voor beide moorden.’

De oude rechercheur trok een lade van zijn bureau open en nam daaruit een rapport. Hij zwaaide ermee.

’Dit heb ik vanmorgen binnen gekregen… een gedegen rapport van twee deskundigen over de beeldjes van de apostel Petrus op de eerste verdieping van de woning van Herbert van Harrecoven aan de Brouwersgracht.’

Vledder keek hem schuins aan.

’En?’

De Cock glimlachte.

’De beeldjes zijn stuk voor stuk onderzocht. Er zijn monsters genomen van het materiaal waaruit ze zijn vervaardigd en ze zijn zelfs doorgelicht.’

Hij zweeg even voor het effect.

’Ze zijn niet van goud,’ sprak hij hoofdschuddend, ’ze zijn niet van zilver… ze hebben geen holle ruimten om er drugs in te verstoppen. Er is niets bijzonders aan de beeldjes. Ze zijn gewoon van gips.’

’Niet waardevol?’

’Nee.’

’Spijtig.’

De Cock lachte.

’Meen je dat?’

Vledder knikte.

’Als er wel iets met de beeldjes aan de hand was geweest, zaten we wellicht dichter bij een motief. Het is nu alles nog zo ongrijpbaar.’

De telefoon op het bureau van De Cock rinkelde. Vledder boog zich ver naar voren, pakte de hoorn en luisterde. Na enkele seconden hield hij zijn hand tegen het spreekgedeelte. ’Voor de balie staat Frank Blankenberg. Hij wil een onderhoud met jou.’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

’Heb je hem al opgevraagd… zijn antecedenten onderzocht?’ Vledder schudde zijn hoofd.

’Daar ben ik nog niet toe gekomen.’

De Cock knikte begrijpend.

’Laat Frank maar komen.’

De Cock keek de jongeman geruime tijd onderzoekend aan en constateerde tekenen van nervositeit. Buiten een paar norse trekken in zijn gezicht leek Frank Blankenberg veel op zijn vader. Hetzelfde lichtgebruinde ovale gelaat. Alleen het grijs aan de slapen ontbrak. De oude rechercheur kwam met een strak gezicht uit zijn stoel overeind en strekte zijn rechterhand naar hem uit. ’Frank Blankenberg,’ opende hij vriendelijk, ’gecondoleerd met het verlies van uw vader. Ik was nog niet in de gelegenheid dit te doen. Ik neem aan dat u zijn plotselinge dood ernstig betreurt.’ De jongeman drukte de hem toegestoken hand.

’Ik zal hem missen… denk ik. Misschien niet direct, maar in de komende jaren.’

De Cock ging weer zitten en gebaarde naar de stoel naast zijn bureau.

’Ga zitten.’

De jongeman gehoorzaamde gewillig.

’Waarom niet direct?’

Frank Blankenberg liet zijn hoofd iets zakken.

’Het verlies van mijn moeder heb ik ook eerst na enige jaren gevoeld en mijn relatie met haar was gevoeliger, had meer diepgang dan de relatie met mijn vader.’

De Cock knikte.

’U bent drieëntwintig jaar. U hebt sinds enige tijd het ouderlijk huis aan de Keizersgracht verlaten en bent zelfstandig gaan wonen.’

’Dat klopt.’

’Hebt u enig idee waarom uw vader om het leven is gebracht?’ Frank draaide zijn hoofd weg.

’Daar laat ik mij niet over uit.’

’U hebt dus wel een idee?’

De jongeman boog zijn hoofd en zweeg.

De Cock bracht zijn handen naar voren en drukte zijn vingertoppen tegen elkaar.

’U beschouwt Marianne van Keulen, de nieuwe vrouw van uw vader, als een indringster?’

’Ook dat klopt.’

’U leefde de laatste tijd in onmin met uw vader omdat hij voor de tweede maal in het huwelijk was getreden.’

’Ik begrijp best,’ verzuchtte Frank, ’dat een man na de dood van zijn echtgenote na jaren opnieuw naar een vrouw verlangt. Dat is heel menselijk. Daar is ook niets mis mee. Maar zo’n verlangen behoeft toch niet direct in een huwelijk te ontaarden?’ De Cock keek de jongeman schattend aan.

’Ont-aar-den?’ herhaalde hij vragend.

Frank Blankenberg knikte.

’Ontaarden,’ herhaalde hij scherp. ’Zo noem ik dat. Vader had Marianne van Keulen nooit in huis moeten nemen… nooit bij ons aan de Keizersgracht. Dat heb ik hem verweten. Het was niet fijngevoelig. Ons huis aan de Keizersgracht is veel te veel mijn moeder. Daar staan nog al haar spulletjes. Spulletjes die zij toen ze nog leefde met liefde koesterde. Daar staat nog het bed dat zij met vader deelde. Daar waart haar geest nog rond.’ De Cock schudde zijn hoofd.

’Je kunt met de doden niet leven.’

De jongeman zuchtte diep.

’Maar je moet de doden die je hebt liefgehad, wel in ere houden. Dat was vader aan de nagedachtenis aan mijn moeder verplicht. Zo voel ik dat. Op de dag dat ik bemerkte dat vader met die vrouw in het bed van mijn moeder had geslapen, werd ik onpasselijk. Ik kon dat niet verdragen. Ik begreep niet dat mijn vader zoiets deed.’

Hij gebaarde heftig.

’Als hij die Marianne van Keulen mooi, lief en aardig vond, dan had hij voor haar een flatje moeten kopen of huren, zodat hij haar zo nu en dan… wanneer hij daartoe lust gevoelde… kon bezoeken.’

De Cock beluisterde de wrange toon.

’Waarom sta jij niet in het testament van oom Herbert?’ veranderde hij van onderwerp.

Frank Blankenberg grijnsde.

’Ik ben geen Van Harrecoven. Ik draag niet zijn naam.’ ’Oom Herbert benoemde jouw vader wel tot executeur-testamentair!’

Frank glimlachte.

’Omdat oom Herbert zijn andere neven, Ferdinand en Felix, niet vertrouwde.’

’Had hij daar reden toe?’

’Ze deugen niet.’

De Cock keek de jongeman strak aan.

’Hoe… eh, hoe groot was de laatste tijd jouw afkeer, jouw haat jegens je vader?’

Frank weifelde even, daarna blikte hij onbevangen terug. ’Niet groot genoeg om hem te vermoorden… als u dat bedoelt?’

’Dat bedoel ik.’

De jongeman zweeg even.

’In feite was het geen haat of afkeer,’ vervolgde hij toen. ’Zo mag ik mijn gevoelens jegens mijn vader niet omschrijven. Het was meer medelijden… medelijden omdat hij zich door die vrouw liet bedwelmen. Hij leefde in een roes… was zichzelf niet meer. En dat terwijl hij haar nauwelijks kende.’ Hij verschoof iets op zijn stoel.

’Vader ontmoette haar in een hotel ergens in Frankrijk en nog geen maand later trouwden zij. Hij wist niets van Marianne van Keulen… had nooit familie van haar leren kennen… wist niets van haar achtergronden. Haar verleden was voor hem een zwart gat.’ De Cock maakte een verontschuldigend gebaar.

’Liefde is blind,’ grapte hij. ’Ik heb haar ontmoet… heb met haar gesproken. Marianne van Keulen is een mooie vrouw.’ Frank Blankenberg klapte met zijn vuist op de rand van De Cock's bureau.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать


Albert Baantjer читать все книги автора по порядку

Albert Baantjer - все книги автора в одном месте читать по порядку полные версии на сайте онлайн библиотеки LibKing.




De Cock en de blijde Bacchus отзывы


Отзывы читателей о книге De Cock en de blijde Bacchus, автор: Albert Baantjer. Читайте комментарии и мнения людей о произведении.


Понравилась книга? Поделитесь впечатлениями - оставьте Ваш отзыв или расскажите друзьям

Напишите свой комментарий
x