Эрнст Бааш - К истории экономического развитие Голландии в XVI-XVIII веках

Воsse, E., Norwegens Volkswirtschaft vom Ausgang der Hansaperiode bis zur Gegenwart. Probleme der Weltwirtschaft 22 I. Jena 1916.

Воthe, F., Gustav Adolfs und seines Kanzlers wirtschaftspolitische Absichten auf Deutschland. Frankf. histor. Forschungen, H. 4. Frankfurt a. M. 1910.

Вrаkel, S. van, De hollandsche Handelscompagnien der zeventiende eeuw; hun ontstaan, hunne inrichting. ‘s-Gravenhage 1908.

— Vraedschapsresolutien, sententien en notarieele acten betr. de Noordsche Compagnie. Bijdragen en Mededeelingen XXX. 1909.

— De directie van den oosterschen handel en reederijen te Amsterdam. Bijdragen voor vad. geschiedenis, IV. Reeks, 9. Deel. 1910.

— Stukken betr. de Kamers der Noordsche Comp. па afloop van het octrooi. Bijdragen en Mededeelingen XXXI. 1910.

— Statistische en andere gpgevens betr. onzen handel en scheepvaart op. Rusland gedurende de 18 eeeuw. Bijdragen en Mededeelingen XXXIV. 1913. — Eene memorie over den handel der Westindische Compagnie omstreeks 1670. Bijdragen en Mededeelingen XXXV. 1914.

— Een Amsterdamsche factorij te Paramaribo in 1613. Bijdragen en Mededeelingen XXXV. 1914.

Brakel S. van, Een tiental vennootschapsacten uit de 17 еee-uw. Bijdragen en Mededeelingen, XXXVII, 1916.

— Bescheiden over den slavenhandel der West-Indische Compagnie. Econ.-Hist. Jaarb., IV. 1918.

Вreen, I. C, De juiste datum der opening van Amsterdams eerste beursgebouw. 7. Jaarboek der Vereeniging Amstelodamum. Amsterdam 1909.

Brink, W. L. D. van den, Bijdrage tot de kermis van den economischem toestand van Nederland in de jaren 1813–1816. Proefschr. Amsterdam 1916.

Brinner, L., Die deutsche Gronlandfahrt. (Abhandl. z. Verkehrs- u. Seegeschichte Bd. 7.) Berlin 1913.

“British Merchant, The”, vol. I (3 edit.). London 1748.

Вrоm, G., Een italiaansche reisbeschrijving der Nederlanden (1677–1678). Bijdragen en Mededeel. XXXVI. 1915.

Вrоuwer Anсher, A. J. M., De Gilden. ‘s-Gravenhage 1895.

Вrugmans, H., De notulen en munimenten van het College van commercie te Amsterdam 1663–1665. Bijdragen en Mededeelingen XVIII. 1897.

— Statistiek van den in- en uitvoer van Amsterdam I. Octob. 1667–30. Sept. 1668. Bijdragen en Mededeel. XIX. 1898.

— Handel en nijverheid van Amsterdam in de 17 еeeuw. ‘s-Gravenhage 1904. — De Oost-Indische Compagnie. Historisch Leesboek, verzameld door H. Вrugmans. Haarlem 1911.

— Opkomst en bloei van Amsterdam. Amsterdam 1911.

Büsсh, J. G., Bemerkungen auf einer Reise durch einen Theil der Vereinigten Niederlande und Englands. Hamburg 1786.

— Theoret.-prakt. Darstellung der Handlung. 5. Buch: Von der Handlungspolitik. Sämtl. Werke II. Wien.

— Ober die hamb. Zuckerfabriken 1790. Samtl. Werke XII.

— Handlungsgeschichte Hamburgs. Samtl. Werke, Bd. XII.

Bunk, W., Staathuishoudkundige geschiedenis van den Amsterdamschen Graanhandel. Acad. Proefschr. Amsterdam 1856.

Busken-Huet, K. Rembrandts Heimath. Studien zur Geschichte der nordniederlgndischein Kultur im 17. Jahrhundert. A, d. Holl. Herausg. von G. Frhr von der Ropp. 2 Bde. Leipzig 1886/87.

Busman, E. S. Onze beurtveeren. De Economist 1869.

Buys, J. T. De verordeningen op. veer- en beurtschepen. Haarlem 1853.

Вуmhоll, В., Geschiedenis der arbeidersbeweging in Nederland. Amsterdam 1894.

Clement, C. J., Reise durch Friesland, Holland und Dsutschland im Sommer 1845. Kiel 1847.

Colenbrander, H. T. De Patriottentijd. 3 Deelen. ‘s-Gravenhage 1897–1899.

— Über das erste Auftreten des Wortes “Aktie” in den Niederlanden, Zeitschr. f. d. ges. Handelsrecht 50. 1901.

— Gedenkstukken der algemeene geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840. 10 Deelen. (Rijksgeschiedk. Publicatien. ‘s-Gravenhage 1905–1922.

— Napoleon en Nederland van 1799 totd 1806. De Gids, III. 1908.

— Ontstaan der Grondwet. Bronnenverzameling. 2 Deelen. (Rijksgeschiedk. Publication, Kl. Serie.)‘s-Gravenhage 1908/09.

Coops, G., De opheffing der satisfactie van Amsterdam. Ac. Proefschr. Amsterdam 1919.

De twee reizen von Cosimo de Medici, Prins van Toscane, door de Nederlanden (1667–1669). Journalen en documenten, uitg. door G. J. Hoogewerff. (Werken, uitg. door de Hist. Genootschap.) Amsterdam 1919.

v. d. H. (van den Hooft = de la Court), Interest van Holland, of tegronden van Hollands welvaren. Amsterdam 1662.

Court, P. de la, Het welvaren van Leiden. Handschrift uit het jaar 16S9. Uitgegteven met duitsche vertaling etc. (door F. Driessen). ‘s-Gravenhage 1911. Cunningham, W., The growth of English industry and commerce in modern times. Cambridge 1892.

— A., British credit in the last Napoleonic war. Cambridge 1910.

D., Mr., Over de aloude vryheid van handel en njijverheid in Nederland.

Deventer 1840. Dam, H. H. van, Twee Rotterdamsche handelshuizen. Rotterd. Jaarboekje. 1920.

Dam van Isselt, W. E. van, De geldmiddelen onzer Republiek voor den veldtocht van 1599. Bijdr. v. vad. geschiedenis, V. Reeks, 8. Deel. 1921.

Darmstädter, P., Studien zur napoleonischen Wirtschaftspolitik. Vierteljahrschr. f. Sozial- u. Wirtschaftsgeschichte, Bd. 2, 3. Leipzig 1904/05.

D'Avenant, Ch., The political and commercial works. Collected and revised by Ch. Whitworth. 5 vols. London 1771.

Davidson, J., and Gray, A., The Scottish staple at Veere. A study in the economic history of Scotland. London 1909.

Deiss, A., Anvers et la Belgique maritime. Paris 1899.

Dietz, A., Frankfurter Handelsgeschichte. Bd. 3, 4. Frankfurt a. M. 1921/25.

Diferee, H. C, De geschiedenis van den nederlandschen Handel tot den Val der Republiek. Amsterdam 1908.

— Een onuitgevoerde maatregel tot herstel van den koophandel in de 18, eeuw. Studien over de geschied. van d. ned. handel, Amsterdam 1908.

— De fondsenhandel tijdens de Republiek. Studien etc. Amsterdam 1908.

— Die okonomischen Verwicklungen zwischen England und den Niederlanden im 17. Jahrhundert. Vierteljahrsschr. f. Sozial- u. Wirtschaftsgesch., Bd. IX. 1911.

Dillen, J. G. van, Het economisch karakter der middeleeuwsche stad I. Acad. Proefschrift. Amsterdam 1914.

— Duurtemaatregelen te Amsterdam in de 17 deeeuw. Voordracht. Amsterdam 1915.

— Stukken betr. den Amsterdamschen graanhandel omstreeks het jaar 1681. Econ.-hist. Jaarboek III, 1917; IX. 1923.

— Stukken betr. den termijnhandel in graan in de laatste jaren der 17. eeuw. Econ.-Histor. Jaarb. IV. 1918.

— Een boek van Phoonsen over de Amsterdamsche Wisselbank. Econ.-Histor. Jaarboek VII. 1921.

— De beurscrisis te Amsterdam in 1763. Tijdschrift voor geschiedenis 37. 1922.

— Amsterdam als wereldmarkt der edele metallen in de 17. en 18. eeuw. De Economist 1923.

— Valuta-moeilijkheden en giro-verkeer tijdens de Republiek. Tijdschrift voor geschiedenis. Jaarg. 40/41.

Bronnen tot de geschiedenis der Wisselbanken (Amsterdam, Middelburg, Delft,

Rotterdam), uitg. door J. G. van Dillen. 12 Deelen. ‘s-Gravenhage 1925. Ryk 8 Geschiedkundige Publicatien. Groote Serie, No. 59/60.

Dоbbelaar, P. J., Statistische opgaven van de in- en uitgevoerde granen in de Maashavens gedurende de 2 ehelft der 18 еeeuw. Econ.-Histor. Jaarb. VI. 1920.

— Over de opkomst van het Schiedamsche Korenwijnhrandersbedrijf. De Economist 1920.

— Een statistiek van den in- en uitvoer van Rotterdam с a. in 1753. Econ.-Histor. Jaarb. VII. 1921.

Driessen, F., P. L. C. Driessen. Jaarboekje voor geschied. en oudheidkunde van Leiden en Rhijnland. 1906.

Durham, F. H., The relations of the crown to trade under James I. Transactions of the Royal Historical Society. New Series, vol. 13. London 1899.

Eckert, Chr., Rheinschiffahrt im XIX. Jahrhundert. Leipzig 1900. (Staats- und sozialwiss. Forschupgen, herausgeg. von G. Schm oiler, H. 81.)

Edmundson, G., Louis de Geer. The English Historical Review, vol. 6. London 1891.

Een kort en onparteijdig Woord over ‘slands toestand, over bezuiniging, reductie van nenten etc. Groningen 1843.

Ehrenberg, R., Die Amsterdamer Aktienspekulation ira 17. Jahrhundert. Jahrb. f. Nationalokonomie u. Statistik, 3. Folge, Bd. 3. 1892.

— Das Zeitalter der Fugger. Geldkapital und Kreditverkehr im 16. Jahrhundert. 2 Bde. Jena 1896.

Eisfeld, C, Das niederlandische Bankwesen. 2 Teile. VGravenhage 1916.

Elberts, W. A., Historische Wandelingen in en om Zwolle. Zwolle 1890.

Elias, J. E., Contract tot oprichting van een Zweedsch factorie-comptoir te Amsterdam in 1663. Bijdragen en Mededeel. XXIV. 1903.

— De Vrosdschap van Amsterdam 1578–1795. 2 Deelen. Haarlem 1903/05.

— Het voorspel van den eersten Engelschen oorlog. 2 Deelen. ‘s-Gravenhage 1920.

— Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen. Bijdr. v. vad. geschiedenis, V. Resks, 8/9. Deel. 1921/22.

— Geschiedenis van het Amsterdamsche regentenpatriciaat. 2. omgewerkte druk van de inleiding tot “De Vroedschap van Amsterdam”. ‘s-Gravenhage 1923.

— De postmeester Jacob Quack. Rotterd. Jaarboekje 1925.

Elzinga, S., Het voorspel van den oorlog van 1672. De economisch-politieke betrekkingen tusschen Frankrijk en Nederland in de jaren 1660–1672. Haarlem 1926.

Erdmannsdorffer, В., Urkunden und Aktenstücke z. Geschichte des Kurfürsten Friedrich Wilhelm von Brandenburg, Bd. 4. Berlin 1867.

Eversmann, F. A. A., Technologische Bemerkungen auf einer Reise durch Holland. Freyberg u. Annaberg 1792.

Everwijn, J. C. A., Beschrijving van handel en nijverheid in Nederland. 3 deelen. ‘s-Gravienhage 1912.

Falck, A. R., Gedenkschriften. Uitgegeven door H. T. Colenbrander. (Rijksgeschiedk. Publ. Kleine Serie 13.) ‘s-Gravenhage 1913.

Falkenburg, Ph., Armengesetzgebung in den Niederlanden. Handworterb. d. Staatswiss., 3. Aufl., Bd. II.

Fokker, G. A., Geschiedenis der loterijen in de Nedqrlanden. Amsterdam 1862.

Franck, G., Niederlandisch-Indien eine Finanzquelle fur das Mutterland. Finanzarchiv, 28. Jahrg. Stuttgart u. Berlin 1911.

Frost, J., Agrarverfassung und Landwirtschaft in den Niederlanden. Berlin 1906.

— Flachsbau und Flachsindustrie in Holland, Belgien und Frankreich. (Berichte über Landwirtschaft, herausg. im Reichsamt d. Innern, H. 9.) Berlin 1909.

Fruin, R., Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588–1598. 2 deelen. Leyden 1856/58.

— Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek, uitg. door H. T. Colenbrander. ‘s-Gravenhage 1901.

Galland, G., Der Große Kurftirst und Moritz von Nassau. Frankfurt a. M. 1893.

Gardiner, S. R., History of the commonwealth and protectorate, vol. I. London 1894.

Gedenkboek der Nederlandsche Handel-Maatschappij 1824–1924. Amsterdam 1924.

Geering, Т., Die Entwicklung des Zeugdrucks im Abendland seit dem XVII. Jahrhundert. Vierteljahrsschrift f. Soz. u. Wirtschaftsgeschichte 1. 1903.

Geiser, W., Die Islandfischerei und ihre wirtschaftsgeographische Bedeutung. Inaug.-Diss. (Münster). Berlin 1918.

Gelder, H. E. van, Gegevens betr. de haringvisscherij op het einde der 16e eeuw. Bijdr. en Mededeel. XXXII, 1911.

— De Haagsche Porceleinfabriek, Die Haghe Jaarboek 1914/15.

— Haagsche Cohieren I. (1627); II. 1674. Die Haghe Jaarboek, S. 9ff. 1914/15.

— Scheepsrekeningen van enkele der vroegste Guinea-Vaarten. Econ.-Histor. Jaarb. II. 1916.

— Een loterij in 1605. Jaarboek die Haghe. 1916.

— Zestiende-eeuwsche vracht-vaart-bescheiden. Eson.-Histor. Jaarb. III. 1917.

— Zestiende-eeuwsche koopmansbrieven. Econ.-Histor. Jaarb. V. 1919.

— Gegevens omtr. den porceleinhandel der O. J. Compagnie. Econ,-Histor, Jaarb. X. 1924.

Gerritsen, C. V., De Nederlandsche Bank, haar verleden en haar toekomst. Amsterdam 1887.