Джонатан Израэль - Голландская республика. Ее подъем, величие и падение. 1477-1806. Т. II. 1651-1806

Ridder-Symoens, H. de, ‘Buitenlandse studenten aan de Franeker universiteit, 1585-1811’, in G. Th. Jensma et al. (eds.), Universiteit te Franeker, 1585-1811, 73-89.

Rietbergen, P. J. A. N., De eerste landvoogd Pieter Both ( 1568-1615, gouver neur-generaal van Nederlands-Indië) (2 vols.; Zutphen, 1987).

—’s-Werelds Schouwtoneel. Oorlog, Politiek en Economie in noord-west Europa ten tijde van Willem III, in A. G. H. Bachrach et al. (eds.), Willem III De Stadhouder-koning en zijn tijd (Amsterdam, 1988), 51-87.

— ‘A Fateful Alliance?’, in Israel (ed.), The Anglo-Dutch Moment, 463-79.

Rijn, G. van, Atlas van Stolk. Katalogus (9 vols.; Amsterdam, 1895).

Rodriguez-Salgado, M. J., The Changing Face of Empire: Charles V, Philip II and Habsburg Authority, 1551-1559 (Cambridge, 1988).

Rodriguez Villa, A ,,Ambrosio Spinola, primer marqués de los Balbases (Madrid, 1905).

Roegiers, J., ‘De Jansenistische achtergronden van P. F. de Neny’s streven naar een “Belgische Kerk” ’, BMGN 91 (1976), 429-54.

Roessingh, H. K., ‘Het Veluwseinwonertal, 1526-1947’, AAG Bijdragen, 11(1964), 126-50.

— ‘Tobacco Growing in Holland in the Seventeenth and Eighteenth Centuries’, Acta Historiae Neerlandicae, 11 (1978), 18-54.

Rogge, H. C., Caspar Janszoon Coolhaes (2 vols.; Amsterdam, 1856-8).

—Johannes Wttenbogaert en zijn tijd (3 vols.; Amsterdam, 1874-6).

Rogier, L. J., Geschiedenis van het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw (3 vols.; Amsterdam, 1945-7).

— Paulus Buys en Leicester (Nijmegen, 1948).

— ‘De Ware Vrijheid als oligarchie (1672-1747)’, in G. A. M. Beekelaar et al. (eds.), — Vaderlands Verleden in Veelvoud (The Hague, 1975), 292-311.

Roldanus, C. W., Coenraad van Beuningen, staatsman en libertijn (The Hague, 1931).

Roldanus, C. W., ‘Adriaen Paets, een Republikein uit de nadagen’, TvG 50(1935), 134-66.

Rood, W., Comenius and the Low Countries (Utrecht, 1970).

Rooden, P. van, Constantijn ГEmpereur (1591-1648) (Leiden, 1985).

— and Wesselius, J. W., ‘The Early Enlightenment and Judaism’, Studia Rosenthaliana, 21 (1987), 140-53.

Roodenburg, H., Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gereformeerde gemeente van Amsterdam, 1578-1700 (Hilversum, 1990).

Roorda, D. J., ‘Prins Willem III en het Utrechtse regeringsreglement’, in Van Standen tot Staten. 600 Jaar Staten van Utrecht (Utrecht, 1975), 91-133.

— Partij en factie (Groningen, 1978).

— ‘The Peace of Nijmegen’, in J. A. H. Bots (ed.), The Peace of Nijmegen, 1676-1679 (Amsterdam, 1980), 17-28.

— ‘Le secret du Prince. Monarchale tendenties in de Republiek, 16721702’, in A. J. С. M. Gabriëls et al. (eds.), Rond Prins en patriciaat. Verspreide opstellen (Weesp, 1984), 172-92.

Ros, F. U., Rennenberg en de Groningse Malcontenten (Assen, 1964).

Rosenberg, J., Rembrandt: Life and Work (London, 1964).

Rosenfeld, P., ‘The Provincial Governors from the Minority of Charles V to the Revolt’, Standen en Landen, 17 (1959), 1-63.

Rowen,H. H., The Low Countries in Early Modern Times (London, 1972).

—John de Witt: Grand Pensionary of Holland (Princeton, NJ, 1978).

— The Princes of Orange (Cambridge, 1988).

— The Rhyme and Reason of Politics in Early Modern Europe: Collected Essays, ed. G. E. Harline (Dordrecht, 1992).

Royalton-Kisch, M., Adriaen van de Venne*s Album (London, 1988).

Royen, P. C. van, Zeevarenden op de koopvaardijvloot omstreeks 1700 (Amsterdam, 1987).

Rummel, E., ‘Nameless Critics in Erasmus’ Annotations on the N.T.T’, Bibliothèque d'Humanisme et Renaissance, 48 (1986), 41-57.

Russell, M. A., ‘Hendrik Vroom and the Origins of Dutch Marine Painting’ (Ph.D. thesis, University of Maryland, 1983).

— ‘Seascape into Landscape’, in Ch. Brown (ed.), Dutch Landscape: The Early Years (London, 1986), 63-71.

Salomons, A. F., ‘De rol van de Amsterdamse burgerbeweging in de wetsverzetting van 1672’, BMGN 106 (1991), 198-219.

Sas, N. С. F. van, ‘Vaderlandsliefde, nationalisme en vaderlands gevoel in Nederland, 1770-1813’, TvG 102 (1989), 471-95.

— ‘The Patriot Revolution: New Perspectives’, in Jacob and Mijnhardt, The Dutch Republic in the Eighteenth Century , 91-122.

Sassen, F., Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland (Amsterdam, 1959).

— Het wijsgerig onderwijs aan de Illustre School te Breda , 1646-69 (Amsterdam, 1962).

— Het wijsgerig onderwijs aan de Illustre School te ‘ s-Hertogenbosch ( 1636-1810 ) (Amsterdam, 1963).

Schaik, A. H. M. van, ‘Johan Christiaan van Erkel (1654-1734) en de vrijheid der Bataafse kerk’, AGKN 17 (1975), 131-202.

Schama, S., Patriots and Liberators; Revolution in the Netherlands 17801813 (London, 1977).

— ‘The Enlightenment in the Netherlands’, in R. Porter and M. Teich (eds.), The Enlightenment in National Context (Cambridge, 1981), 54-71.

— The Embarrassment of Riches (London, 1987).

Scheerder, J., De Beeldenstorm (Bussum, 1974).

Schenkeveld-van der Dussen, M. A., ‘Inleiding’ to A. Pels, Gebruik en misbruik des toneels (Culemborg, 1978).

Schepper, H. de, ‘Vorstelijke ambtenarij en bureaukratisering in regering en en gewesten van ’s konings Nederlanden (i6e-I7e eeuw)’, TvG 90 (1977), 358-77.

— ‘De Grote Raad van Mechelen’, BMGN 93 (1978), 389-411.

— ‘De burgelijke overheden en hun permanente kaders 1480-1579’, in NAGN, v. 312-49.

— Belgium Nostrum, 1500-1650 (Antwerp, 1987).

Scherft, P., ‘Philips Willem, een displaced person’, Oranje-Nassau Museum Jaarboek (1980), 27-48.

Schierbeek, A., Jan Swammerdam ( 1637-80 ) (Lochem, 1947).

— Antoni van Leeuwenhoek (Lochem, 1950).

Schilfgaarde, A. P. van, De graven van Limburg Stirum en de geschiedenis hunner bezittingen (3 vols.; Assen, 1961).

Schilling, H., ‘Bürgerkampfein Aachen zuBeginn des 17. Jahrhunderts’, Zeitschrift für historische Forschung, 1 (1974), 175-231.

— ‘Die Politische Elite nordwestdeutscher Stadte in den religiösen Auseinandersetzungendes 16. Jahrhunderts’, in W. J. Mommsen(ed.), Stadtbürgertum und Adel in der Reformation (Stuttgart, 1979), 235-308.

— ‘Calvinismus und Freiheitsrechte’, BMGN 102 (1987), 403-34.

‘Die Konfessionalisierung im Reich. Religiöser und gesellschaftlicher Wandel in Deutschland zwischen 1555 und 1620’, Historische Zeitschrift , 246(1988), 1-45.

Schloss, Chr., ‘Early Italianate Genre Paintings by Jan Weenix’, OudHolland , 97(1983), 69-97.

— Travel , Trade and Temptation: The Dutch Italianate Harbour Scene ( 1640-80 ) (Ann Arbor, Mich., 1982).

Schmal, H., ‘Patterns of De-Urbanization in the Netherlands between 1650 and 1850’, in H. van der Wee (ed.), The Rise and Decline of Urban Industries in Italy and the Low Countries (Leuven, 1988), 287-306.

Schneider, A. von, Caravaggio und die Niederlander (Amsterdam, 1967).

Schneppen, H ., Niederlandische Universitaten und deutsche Geistesleben (Münster, 1960).

Schoek, R. J., ‘Agricola and Erasmus’, in Akkerman and Vanderjagt (eds.), Rodolphus Agricola Phrisius, 181-8.

— Erasmus of Europe (Edinburgh, 1990).

Schöffer, I., ‘The Batavian Myth during the sixteenth and seventeenth centuries’, in I. Schöffer, Veelvormig verleden (Amsterdam, 1987).

Scholliers, E., ‘De materiële verschijningsvorm van de armoede voor de industriële revolutie’, TvG 88 (1975), 451-67.

— ‘De eerste schade van de scheiding», in J. Craebeckx et al. (eds.), 1585: op gescheiden wegen (Leuven, 1988).

Schreiner, J., ‘Die Niederlander und die norwegische Holzausfuhr im 17. Jahrhundert', TvG 49 (1934), 303-28.

Schrenk, G., Gottesreich und Bund im alteren Protest antismus vornehmlich bei Johannes Coccejus (Gütersloh, 1923).

Schryver, R. de, Jan van Brouchoven , Graaf van Bergeyck , 1644-1725 (Brussels, 1965).

Schulte Nordholt, J. W., The Dutch Republic and American Independence (1979; Chapel Hill, NC, 1982).

Schulten, С. M., and Schulten, J. W. M., Het leger in de zeventiende eeuw (Bussum, 1969).

Schutte, G. J., De Nederlandse Patriotten en de koloniën (Groningen, 1974).

— ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden, 1702-1780’, in I. Schöffer et al. (eds.), De Lage Landen van 1500 tot 1780 (1978; Amsterdam, 1991), 269-316.

— ‘Willem IV en Willem V’, in Tamse (ed.), Nassau en Oranje , 189-228.

— Een Hollandse dorpssamenleving in de late achttiende eeuw (Franeker, 1989).

— ‘Gereformeerden en de Nederlandse revolutie in de achttiende eeuw’, TvG 102 (1989), 496-516.

Schwartz, G.. Rembrandt: His Life , his Paintings (Harmondsworth, 1985).

The Dutch World of Painting (Maarssen, 1986).

Scott, H. M., ‘Sir Joseph Yorke, Dutch Politics and the Origins of the Fourth Anglo-Dutch War’, Historical Journal , 31 (1988), 571-89.

Screech, M. A., Erasmus: Ecstasy and the Praise of Folly (1980; 2nd edn. London, 1988).

Seeligmann, S., ‘Het Marranen-probleem uit oekonomisch oogpunt’, Bijdragen … van het Genootschap voor Joodsche wetenschap in Nederland, 3(1925), 101-36.

Segal, S, ,A Prosperous Past: The Sumptuous Still Life in the Netherlands, 1600-1700 (The Hague, 1989).

Sellin, P. R., Daniël Heinsius and Stuart England (Leiden, 1968).

Sickenga, J., Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leiden, 1869).

Simon, I., ‘Hendrik Niclaes und das “Huys der Liefde” ’, in D. Hofman (ed.), Gedenkschrift für Wilhelm Foerste (Cologne, 1970), 432-53.

Simoni, A. E. C., ‘1598: An Exchange of Dutch Pamphlets and their Repercussions in England’, in Th. Hermans andR. Salverda (eds.), From Revolt to Riches (London, 1993), 129-62.

Slee, J. C. van, De Rijnsburger Collegianten (1895; Utrecht, 1980).

— De Illustre School te Deventer, 1630-1878 (The Hague, 1916).

Slicher van Bath, В. H., Een samenleving onder spanning {Assen, 1957).

— (ed.), Geschiedenis van Overijssel (Deventer, 1970).

Slive, S., Jacob van Ruisdael (New York, 1981).

Slot, B. J., Abel Tasman en de ontdekking van Nieuw Zeeland (Amsterdam, 1992).

Slothouwer, D. F., De paleizen van Frederik Hendrik (Leiden, 1945)

Sluijter, E. J., De ‘heydensche fabulen in de Noordnederlandse schilderkunst, 1590-1670 (Leiden, 1986).

— Leidse fijnschilders (Zwolle, n.d.).

Sluis, J., van, Herman Alexander Röell (Leeuwarden, 1988).

Sluiter, E., ‘Dutch-Spanish Rivalry in the Caribbean Area, 1594-1609’, Hispanic American Historical Review, 28(1948), 165-96.

Smid, M., О stfriesische Kirchengeschichte (Pewsum, 1974).