Albert Baantjer - De Cock en de blijde Bacchus
- Название:De Cock en de blijde Bacchus
- Автор:
- Жанр:
- Издательство:De Fontein
- Год:2001
- ISBN:9789026116308
- Рейтинг:
- Избранное:Добавить в избранное
-
Отзывы:
-
Ваша оценка:
Albert Baantjer - De Cock en de blijde Bacchus краткое содержание
Een jongeman meldt zich bij het bureau Warmoesstraat omdat hij zich ongerust maakt over zijn oudoom die opeens niets meer van zich laat horen.
De Cock en de blijde Bacchus - читать онлайн бесплатно полную версию (весь текст целиком)
Интервал:
Закладка:
Vledder knikte.
’Felix van Harrecoven schijnt in vuurwapens te handelen. Hij importeert die uit voormalige Oostbloklanden en uit ons eigen België.’
De Cock grinnikte vreugdeloos.
’Een fijne familie. Zijn het broers?’
Vledder schudde zijn hoofd
’Ze zijn neven van elkaar. Maar daar houdt de vergelijking blijkbaar op. Ik heb nergens iets kunnen vinden van een gezamenlijk optreden.’
’Je bedoelt in crimineel verband?’
Vledder knikte.
’In de processtukken van Felix stond niets over Ferdinand en omgekeerd.’
’We hebben dus wel foto’s van die twee.’
’Zeker.’
De Cock gebaarde voor zich uit.
’Vraag ze op. Misschien hebben we ze nodig.’ Hij staarde even voor zich uit. ’Zit een van beiden vast?’
Vledder glimlachte.
’Wil je iemand uitsluiten?’
De Cock schudde zijn hoofd.
’Dat biedt geen zekerheid meer. Vroeger kon je daar als rechercheur wel op bouwen. Iemand die in de bajes zat kon daarbuiten geen misdrijf plegen. Maar de huidige gevangenissen zijn vaak zo lek als een mandje. Bovendien wordt er kwistig met proefverloven gestrooid.’
Vledder snoof verachtelijk.
’Een verziekte samenleving,’ gromde hij. ’Wij worden voortdurend in onze bevoegdheden beknot en jegens misdadigers wordt de staat steeds toleranter. Als rechercheur word je daar niet vrolijker van. Ik geloof dat ik ook maar op het slechte pad ga. Ik kan mij dan koesteren in de warme liefde van de overheid.’
De Cock schudde zijn hoofd.
’Daar zou jij je niet prettig bij voelen. Het blijft een onwaarachtige kleffe liefde.’
De oude rechercheur liet het onderwerp rusten. Hij voelde aan zijn borst en herinnerde zich het testament. Voorzichtig maakte hij een paar knoopjes van zijn overhemd los en pakte de bruine enveloppe met daarop TESTAMENT in fraaie krulletters. Triomfantelijk hield hij de enveloppe omhoog.
Vledder keek hem verrast aan.
’Hoe kom je daaraan?’
’Gevonden! In de secretaire van Herbert van Harrecoven. Daar lag het in een lade. Jij hebt gisteravond blijkbaar niet in die secretaire gekeken.’
Vledder schudde zijn hoofd.
’Ik had het te druk met Adelheid van Buuren. Ze was zo nieuwsgierig. Verschrikkelijk. Ze vroeg mij het hemd van het lijf.’
De Cock grinnikte.
’Ik hoop dat je het hebt aangehouden.’
Vledder keek hem niet-begrijpend aan en De Cock wuifde het grapje weg.
’De enveloppe,’ legde hij uit, ’was te groot om in de binnenzak van mijn colbert te stoppen. En ik wilde hem niet vouwen.’ Vledder lachte.
’Dan stop je hem op je zweterige borst.’
’Ik zweet niet.’
’Mag ik dat testament eens zien?’ vroeg Vledder.
De Cock wierp hem de enveloppe toe.
’Kijk eens hoe recent het is.’
Vledder trok een document uit de enveloppe.
’Afschrift-van-een-akte-van-testament,’ las hij hardop. ’Meester G.J. van de Stalle, notaris Amsterdam.’
De jonge rechercheur sloeg een blad om. Hij keek op. ’Het is van een half jaar geleden.’
’Toen kende hij Vera van Veenendaal al,’ zei De Cock. Vledder grinnikte.
’Maar oom Herbert had op dat moment bepaald nog geen trouwplannen.’
’Je bedoelt, dat hij anders niet naar een notaris was gestapt om dit testament te laten opmaken.’
’Precies.’
De Cock wees voor zich uit.
’Staan alle neven erin?’
Vledder sloeg nog een blad om.
’Benoem-ik,’ las hij verder, ’tot-mijn-enige-erfgenamen-van mijn-gehele-nalatenschap, met-uitzondering-van-mijn-voorraad-Petrussen…’ Hij keek opnieuw op. ’Dan volgen de namen van de drie neven, Petrus Blankenberg, Ferdinand, Felix en de achterneef Francois van Harrecoven.’
’De executeursbenoeming?’
Vledder sloeg opnieuw een blad om.
’Benoem-ik,’ las hij verder, ’Petrus-Blankenberg. Aan-hem vermaak-ik-ook-mijn-voorraad-Petrussen-omdat-hij-die-als-kenner-op-waarde-weet-te-schatten.’
De Cock staarde peinzend voor zich uit.
’Vreemd.’
’Wat?’
’Petrus Blankenberg leek vanmiddag helemaal niet blij met zijn bijzondere erfenis. Toen ik hem op de eerste etage van het pand aan de Brouwersgracht de collectie beeldjes toonde, schrok hij zichtbaar en keurde ze verder geen blik waardig.’
Ze verlieten het politiebureau en slenterden vanaf de Warmoesstraat naar de Lange Niezel. Mede door de nog zwoele avondlucht was het er gezellig druk. Voor het sekstheater stonden mannen in de rij en nabij de etalage van een seksshop met wulpse opblaasvrouwen en fantastische kunstpenissen dreutelde een groepje giechelende vrouwen.
Aan het einde van de Korte Niezel liepen ze na de brug rechts de Achterburgwal op. De seksindustrie was in vol bedrijf. Het leger behoeftigen leek groter dan normaal. Traag schuifelde het legioen langs de etalages met verleidelijke hoertjes in barmhartig zachtroze licht.
De verleiding ging blijkbaar aan Vledder voorbij.
’Wat doen we met dat testament van oom Herbert?’ vroeg hij plotseling.
De Cock reageerde wat verward.
’Bewaren… doen we later als we de zaak afsluiten bij de stukken. Het testament bevestigt in ieder geval wat Francois van Harrecoven en Petrus Blankenberg ons ervan hebben verteld. Trek voor alle zekerheid nog even na of dit testament inderdaad het laatste wilsbesluit van oom Herbert is geweest. Hij heeft tijd genoeg gehad om het te herroepen.’
Vledder knikte.
’Ik heb het stellige gevoel dat de moord op oom Herbert alles met dat testament heeft te maken.’
De Cock reageerde niet. Op de hoek van de Achterburgwal en de Barndesteeg glipte hij het schemerig intieme lokaaltje van Smalle Lowietje binnen. Vledder volgde in gepeins. De hersenen van de jonge rechercheur doolden nog in de mogelijk- en onmogelijkheden van het testament.
De Cock schuifelde in de schemer naar het einde van de bar en hees zich daar op een kruk. Het was een plaats vanwaar hij het gehele lokaal kon overzien. Vledder ging naast hem zitten. Lowietje, wegens zijn geringe borstomvang in penozekringen steevast Smalle Lowietje genoemd, veegde zijn handjes aan zijn morsig vest en liep blij op De Cock toe. Zijn spichtig muizensmoeltje glom van genegenheid.
’Welkom,’ kirde hij, ’welkom in mijn nederig etablissement.’ De Cock glimlachte.
’Lowie,’ sprak hij vriendelijk, ’jij geeft mij het gevoel dat ik zelfs als politieman nog ergens welkom ben. Dat doet mij deugd. Zonder die schaarse momenten met jou en een goed glas cognac… wat zou het leven nog te betekenen hebben?’ De tengere caféhouder keek hem glunderend aan.
’Jij kunt van die mooie dingen zeggen,’ reageerde hij bewonderend. ’Zo… eh, zo gevoelig, diepzinnig.’ Hij dook onder de tapkast en pakte de fles Franse cognac Napoleon, die hij speciaal voor de oude rechercheur gereserveerd hield. Met precieze routinegebaren vatte hij drie blinkende diepbolle glazen en schonk behoedzaam in. ’Nog van de oude voorraad.’ Hij zette de fles neer, hief met zwier zijn glas en toostte. ’Op de misdaad en De Cock.’
De grijze speurder lachte om de kreet.
’Een twee-eenheid?’
’Absoluut.’
Grijnzend vatte De Cock zijn glas en schommelde het in de holte van zijn hand heen en weer. Voorzichtig nam hij een slok. De warme gloed van de drank duwde de stijfheid uit zijn botten en spieren. Hij zette omzichtig zijn glas neer en boog zich vertrouwelijk naar voren.
’Wat zegt jou de naam Van Harrecoven.’
Smalle Lowietje keek hem nadenkend aan.
’Van Harrecoven?’ herhaalde hij vragend.
’Ja.’
’Felix?’
De Cock glimlachte.
’Er bestaat inderdaad ook een Felix van Harrecoven. Ken je hem?’ Lowietje knikte.
’Felix de Blaffer.’
’Is dat zijn bijnaam?’
Lowietje knikte opnieuw.
’Hij heeft de reputatie dat hij iedere blaffer kan leveren die je hebben wilt. Het maakt niet uit van welk kaliber of fabricaat.’ De Cock grinnikte.
’Vandaar Felix de Blaffer.’
Lowietje trok een bedenkelijk gezicht.
’Ik… eh, ik ben niet zo erg op hem gesteld,’ sprak hij traag. ’Er lopen tegenwoordig te veel kerels met een vuurwapen losjes tussen de riem van hun broek. Vroeger viel het niet mee om een pistool of een revolver te bemachtigen. Maar met mensen zoals die Felix de Blaffer is het heel eenvoudig. Wat men bestelt, krijgt men.’ De caféhouder zweeg even en dacht na. ’Hij mag best in mijn etablissement komen, maar zonder handel.’ De Cock knikte begrijpend.
’Zou… eh, zou die Felix de Blaffer zelf wel eens van een vuurwapen gebruik hebben gemaakt?’
Smalle Lowietje trok zijn tengere schouders op.
’Dat zou ik je niet kunnen zeggen. Ik heb daar nooit iets over gehoord.’
De Cock keek hem schuins aan.
’Hoe schat jij hem in?’
’Een vies mannetje.’
’Vies?’
Lowietje knikte.
’Een ettertje. Hij zoekt altijd ruzie en niemand durft tegen hem in te gaan… bang voor zijn blaffer.’
De Cock nam een slok van zijn cognac.
’Daar dreigt hij mee?’
’Niet direct, maar iedereen weet dat hij zo’n ding binnen handbereik heeft.’
De Cock gebaarde naar zijn glas.
’Schenk nog eens in, Lowie.’
Smalle Lowietje gehoorzaamde met de welwillendheid van een kastelein.
De Cock nam zijn tweede glas op en bewonderde de kleur van de cognac
’Is… eh, is die Felix de Blaffer de enige Van Harrecoven die je kent?’
Lowietje schudde zijn hoofd.
’Zijn neef, Ferdinand van Harrecoven, komt ook wel eens in mijn etablissement. Die is wat rustiger. Maakt niet zoveel herrie. Is geslepener.’
’Zijn stiel?’
Lowietje lachte.
’Alles wat geld oplevert.’
De Cock grinnikte.
’Zo ken ik er wel een paar.’
Smalle Lowietje maakte een berustend gebaar.
’Hij belazerd de mensen… licht ze op. Hosselt zo’n beetje.’ Het gezicht van de tengere caféhouder betrok. ’Het gaat niet zo goed met hem. De laatste tijd zat hij wat sjofeltjes in de kleren. Hij had ook niet zoveel goud meer om zijn vingers. Hij heeft ergens een oom en die schijnt nogal dik in de kluiten [2] Bargoens voor geld.
te zitten. De laatste keer dat hij hier was zei hij… het wordt hoog tijd dat die oude man de pijp uitgaat, en als hij dat niet uit zichzelf doet, dan moeten we hem in godsnaam maar een handje helpen.’
De Cock trok een strak gezicht.
’In godsnaam?’
Smalle Lowietje knikte.
’Dat zei hij.’
6
Opgewekt, met de milde gloed van de cognac in hun aderen, verlieten de beide rechercheurs het schemerig intieme lokaaltje van Smalle Lowietje. Ondanks het late uur was het nog gezellig druk op de Wallen. Een nieuw en beeldschoon hoertje uit een ver en exotisch land kon de belangstelling voor haar vrouw-zijn nauwelijks verwerken. Mannen van alle leeftijden en fatsoenen posteerden zich voor de deur van haar peeskamertje, wachtend tot zij aan de beurt waren.
De Cock bezag het tafereel met een zoete glimlach. Hoewel hij al meer dan een kwarteeuw in de rosse buurt opereerde, vielen de seksgeneugten van sommige mannen nog steeds buiten zijn begrip.
Vanaf de Achterburgwal slenterden ze door de Oudekennissteeg naar het Oudekerksplein en vandaar via de Enge Kerksteeg naar de Warmoesstraat.
Vledder blikte opzij.
’Wat vind je van die opmerking van Ferdinand van Harrecoven, het wordt hoog tijd dat die oude man de pijp uitgaat, en als hij dat niet uit zichzelf doet, dan moeten we hem in godsnaam maar een handje helpen .’
De Cock grinnikte.
’Ik denk niet,’ grapte hij vrolijk, ’dat je in Nederland een rechter zult vinden die hem op basis van die kreet zal veroordelen.’ Vledder knikte
Читать дальшеИнтервал:
Закладка: